Briançon, 9 juli 1965
De mensen leken nietig tussen al die rotsgiganten. Een plekje vuil, een vlokje stof, klevend aan een wandbord: de weg omhoog naar de top van de Col de Vars.
De radio in onze auto kraakte. Een opgewonden stem noemde de naam van Kees Haast. Toen weer stilte. Opnieuw de scherpe stem: Keesje Haast.
Toen zagen wij hem. Alleen. Rukkend aan zijn stuur. Hij fietste lelijk. Zijn hoofd gebogen. Een grimmig masker. Zijn ogen gevestigd op de weg. Met randen vuil rond zijn lippen. Rond hem motorfietsen. Achter hem Kees Pellenaars. Zonder sigaar. Schreeuwend. Om hem heen voorts de stilte van de Alpen. Achter hem, honderd meter misschien, de grote mannen Raymond Poulidor, Julio Jiménez, Gianni Motta en Joachim Galera.
Zo kwam Kees Haast als eerste over de top.
John van Ierland | Paperback | 256 pagina's